3.1 Situationeel leidinggeven (oud)

Samenvatting

Situationeel leiderschap gaat uit van het principe dat medewerkers verschillende stijlen van leidinggeven nodig hebben afhankelijk van de fase waarin de medewerker zit. Een medewerker heeft leiding nodig op 2 vlakken:

  • TAAKgericht gedragBij de start zal het enthousiasme groot zijn en moet er veel aandacht zijn voor de nieuwe taken die uitgevoerd moeten worden. Er moet GESTUURD worden op de taken.
  • RELATIEgericht gedragAls de taken helder zijn en geen uitleg meer behoeft dan is leiding nodig op de relatie; het enthousiasme moet erin gehouden worden. Er moet ONDERSTEUND worden op de relatie.

Dit STUREN EN ONDERSTEUNEN vormen de twee assen van situationeel leiderschap. Zo ontstaan er vier combinatiestijlen van leidinggeven.

Bron: 4managers.nl

Laat bovenstaande figuur eens goed op je inwerken. En lees één voor één de toelichting per leiderschap die je hieronder aantreft.

S1 – L E I D E N

  • Deze stijl wordt ook aangeduid als management op recept. Veel sturend en weinig ondersteunend leiderschapsgedrag; de leidinggevende schrijft voor wat medewerkers moeten doen, geeft nauwkeurige instructies en controleert de taakuitvoering.
  • Een valkuil is dat de leidinggevende autoritair overkomt: als een baas of een leraar. Deze wijze van leidinggeven werkt alleen als de opdrachten goed zijn te structureren.

S2 – B E G E L E I D E N

  • De leidinggevende ondersteunt de medewerker door verantwoordelijkheden te delen en door veel vragen te stellen: actief luisteren, de ander raadplegen en betrekken, complimenteren en stimuleren. Wel worden de taken nauwkeurig vastgesteld en zonodig gecontroleerd. Deze stijl wordt ook wel aangeduid als resultaatgericht management.
  • Deze stijl wordt ineffectief bij manipuleren: wel vragen naar de inbreng van de ander, maar er niets mee doen. Een valkuil is dat de leidinggevende overkomt als therapeut.

S3 – S T E U N E N

  • Leidinggevende en medewerkers beslissen samen hoe het werk wordt uitgevoerd. De leidinggevende treedt stimulerend op, is klankbord en helpt de medewerker op verzoek bij de uitvoering. Hij geeft daarbij primair leiding door aandacht te besteden aan de relatie en door het geven van erkenning. Deze stijl wordt ook wel organisch management genoemd.
  • Een valkuil is dat de manager de medewerker gaat betuttelen.

S4 – D E L E G E R E N

  • Delegeren is effectief toe te passen wanneer de leidinggevende voor de medewerker de voorwaarden kan scheppen die nodig zijn bij het uitvoeren van de opdracht. De leidinggevende laat beslissingen en de wijze waarop de taak moet worden uitgevoerd over aan de medewerkers, deze zijn zelf verantwoordelijk en krijgen dan ook de nodige bevoegdheden. Deze stijl staat ook bekend als management by exception.
  • De leidinggevende loopt hierbij wel de kans te vervallen in een niet-effectieve laissez-faire stijl.

Toepassen: afstemmen op ontwikkelingsniveau medewerkers

Om effectief leiding te geven moet men de stijl van leidinggeven afstemmen op de medewerker – een beginner stuur je immers anders aan dan een ervaren kracht. Vertrekpunt daarbij is het ontwikkelingsniveau van de medewerker per taak van waaruit de leidinggevende een passende stijl van leidinggeven kiest. Om dit ontwikkelingsniveau vast te stellen kan de leidinggevende zich de volgende vragen stellen:

  • Wat is bij deze medewerker zijn specifieke doel of taak?
  • Hoe goed of sterk zijn de getoonde taakrelevantie kennis en vaardigheden?
  • Hoe goed of sterk zijn de algemeen ondersteunende vaardigheden?
  • Hoe gemotiveerd, geïnteresseerd of enthousiast is deze medewerker voor dit doel of deze taak?
  • Hoe overtuigend of zelfverzekerd is de medewerker voor dit doel of deze taak?

Afhankelijk van de competentie (bekwaamheid) en de betrokkenheid (bereidheid) van de medewerker zijn er vier ontwikkelingsniveaus:

Welke leiderschapsstijl is het meest effectief bij welk type medewerker?

De kern van het model van situationeel leiderschap is dat de leidinggevende per taak bekijkt hoe men een medewerker het meest effectief kan aansturen. Bij effectief leiderschap is de leiderschapsstijl dus situationeel bepaald, afhankelijk van het ontwikkelingsniveau dat een medewerker voor een bepaalde taak heeft.

De hoofdlijnen zijn eenvoudig: een ervaren medewerker (skill) heeft geen taakgerichte aansturing nodig, een gemotiveerde medewerker (will) geen nadrukkelijk mensgerichte aansturing.

Bekijk hieronder de 4 ontwikkelingsniveau’s en lees welke leiderschapstijl daarbij hoort.

O1. Lage competentie, hoge betrokkenheid

  • De enthousiaste beginner – De medewerker is bereid om de taak uit te voeren, hij/zij is wel gemotiveerd, maar mist de vereiste bekwaamheid (een nieuwe medewerker met nieuwe taken).
  • S1 leiderschapstijl – LEIDEN

O2. Matige competentie, zwakke betrokkenheid

  • De ontgoochelde leerling – De medewerker heeft nu enige bekwaamheid opgebouwd, maar is weinig gemotiveerd en/of enigszins onzeker de taak uit te voeren (een nieuwe medewerker die na een voortvarende start de eerste negatieve ervaringen opdoet bij een zelfstandige taakuitvoering, er komt meer op hem af dan verwacht).
  • S2 leiderschapstijl – BEGELEIDEN

O3. Hoge competentie, wisselende betrokkenheid

  • De capabele maar voorzichtige presteerder – De medewerker beschikt nu over voldoende kennis en kunde (bekwaamheid), maar aarzelt soms bij onverwachte problemen in de taakuitvoering of bij gebrek aan klankbord van zijn leidinggevende; dat wil zeggen er schort zo nu en dan iets aan de bereidheid.
  • S3 leiderschapstijl – STEUNEN

O4. Hoge competentie, hoge betrokkenheid

  • De zelfsturende professional – De medewerker is bekwaam en bereid de betrokken taak uit te voeren.
  • S4 leiderschapstijl – DELEGEREN

Probeer nu eens zelf deze theorie eens in de praktijk te brengen. Onderstaande toets bevat slechts 3 vragen:

Beantwoord voor minimaal 2 collega’s waar je leiding aan geeft/gaat geven de volgende vragen:

  • In welke fase  zitten zij nu qua ontwikkelen (veel/weinig sturing/ondersteuning nodig)?
  • Met welke leiderschapsstijl zou je deze medewerkers moeten leiden?
  • Klopt de benodigde stijl met wat je tot op heden richting hen hanteert (geef toelichting)?

Zet het resultaat in de notities van dit onderdeel.